Het installeren van stopcontacten – de grootste fouten

Contactdozen worden het best geïnstalleerd door professionals. Onjuiste installatie kan kortsluiting of brand veroorzaken.

Zekering niet uitgeschakeld tijdens de installatie

Het is een levensbedreigende fout als niet alle te bewerken lijnen spanningsvrij zijn. Het is belangrijk om de zekering uit te schakelen. Een spanningstester zorgt voor extra veiligheid. Het kan gebruikt worden om zonder gevaar te controleren of er nog een restspanning op de lijn aanwezig is. Anders kan een elektrische schok tijdens het werken aan de kabels fataal zijn.

Gebrek aan goedkeuring voor het installeren van nieuwe stopcontacten

In oude installaties is het niet altijd toegestaan om een extra stopcontact te installeren. Als er geen beveiliging met een aardlekschakelaar is, kunt u het beste een elektricien bellen. Stroomonderbrekers zijn een beveiliging die hoge reststromen voorkomen en stroomongelukken in laagspanningsnetten voorkomen. Als een brand wordt veroorzaakt door een verkeerde installatie van een stopcontact, bestaat het risico dat de verzekeringsmaatschappij de schade niet vergoedt. Als er weinig specialistische kennis is, moet de installatie van lichtschakelaars ook door specialisten worden uitgevoerd.

Losse contacten beschadigen elektrische apparaten

Losse klemmen bij stroomaansluitingen verwarmen het contactpunt. Dit kan ook brand veroorzaken. Bovendien kan er een los contact ontstaan, waardoor de aangesloten elektrische apparaten op den duur beschadigd raken. Hoge overgangsweerstanden door gecorrodeerde contacten warmen ook snel op. Dit is met name gevaarlijk bij hoge stromen. Deze elektrische installatie kan het beste door een specialist worden gecontroleerd en gerepareerd.



Verkeerd aangesloten draden

Als de draden niet correct zijn aangesloten, loopt er geen stroom. Dit is een veel voorkomende fout bij het installeren van stopcontacten. Bij het aansluiten is het belangrijk om de draden in de juiste volgorde voor te bereiden en te schikken. Eerst worden de zwarte, blauwe en groene draden gestript. Het is belangrijk om de koperdraden niet te beschadigen met de draadstripper. Het voorstuk van de draad moet recht zijn, zodat het met de insteekklem kan worden vastgezet. De groene draad wordt aangesloten op de middelste klem, de blauwe draad op de linker en de zwarte draad op de rechter. De sterkte kan worden gecontroleerd door een korte ruk.